Page 28 - Museumgids_NL
P. 28
Hooizolder Op de vroegere hooizolder zijn naast de ingang werktuigen voor de pro- ductie van het basismateriaal, voor het maken van garen uitgesteld. Met de vlasbraak, haspel, haarkam en weefstoel werden wol, vlas en hennep als grondstof voor dit basismateriaal voorbereid. Deze werkzaamheden werden gedaan door de mensen op de boerderij. Het weven van de tex- tiel zelf, werd meestal overgelaten aan “Störweber”, wevers die met hun eigen weefstoel van boerderij naar boerderij trokken om het in de winter- maanden het voorbereide garen tot stoffen te verweven. Kijk ook eens naar de dakconstructie met zijn enorme draag-balken, nodig om in de winter met zo min mogelijk steunpunten weerstand te kunnen bieden tegen de sneeuwlast. Het dak is met houten dakpannen gedekt. Deze houten dakpannen, “Schindeln”, zijn met de hand gemaakt, en werden (en worden nog steeds) om de vier jaar omgekeerd, niet alleen de binnenkant naar buiten, maar ook de bovenkant naar beneden. Hier- door wordt de levensduur drie tot vier keer langer. De houten muren zijn met opzet open gehouden om er zeker van te zijn dat het hooi goed kan doorluchten. Aan de andere kant van de ruimte zijn de grotere machines en voertu- igen voor het oogsten van het hooi en het verbouwen van graan opge- steld. Bijvoorbeeld een complete tredmolen voor het aandrijven van de dorsmachines, een “wan- of kafmolen”, een soort ventilator om het kaf van het koren te scheiden. Maar ook latere generaties van nieuwere – intussen ook al weer verouderde – machines bieden een goed overzicht over de werktuigen van het boerenleven.Via de trap keren we terug naar beneden en gaan vervolgens naar de veestal. 26
   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33