Page 24 - Museumgids_NL
P. 24
Dienstmeidenkamer De dienstmeidenkamer is eenvoudig ingericht. Een lang bed voor twee personen. Strozakken als matras en een doorgestikte deken voor het toedekken. Een eenvoudig ladekastje, een hangkast en de “Schlenggel- truhe” een soort van hutkoffer. De “Schlenggeltruhe” diende de eigenares voor het opbergen van haar eigen kleren, persoonlijke spullen en souvenirs. Bij een verhuizing werd deze als koffer gebruikt. De verhuizing hield meestal ook een verande- ring van werkgever in. In de wandkast worden tegenwoordig de voor het maken van de feest- kleding noodzakelijke materialen getoond. Borduursels, strikjes en stoffen, die de kunstvaardigheid van het boerenhandwerk laten zien. “Schlenggeln” Het werkjaar in het landleven eindigde op 2 februari, de feestdag van Maria Lichtmis. Op deze dag werd het jaarloon uitbetaald en eventueel, per hand- jeklap, een nieuwe arbeidsovereenkomst afgesloten. Kwam de boer niet met een nieuwe overeenkomst dan moest de knecht of de dienstmeid op zoek naar een nieuwe dienstbetrekking met tevens de mogelijkheid op kost en inwoning. Daarom wordt 2 februari ook wel “Schlenggltag” (wisseldag) geno- emd. Tegelijk met het jaarloon, dat in geld of natura werd uitbetaald, kreeg de dienstbode ook het dienstboekje overhandigd. Dat was voor hem of haar een belangrijk document. Alle werkgevers, het gedrag en de prestaties waren daa- rin opgetekend. Voor een nieuwe werkgever was dit de basis voor een nieuwe overeenkomst! Meestal gebeurde het verhuizen, met have en goed, van de oude naar de nieuwe baas op 3 februari. Have en goed bestond uit de op het lijf gedragen kleren en hooguit één kist met daarin het hele bezit. Door deze 22