Page 16 - Museumgids_NL
P. 16
Rookkeuken De tweedelige deur leidt je naar de rookkeuken, hét middelpunt van het boerenleven en tevens het meest waardevolle deel van het museum. De gemetselde haard met open vuur en de askuil werd gebruikt voor zowel het verwerken van de boerderijproducten als ook voor het berei- den van de dagelijkse maaltijden voor het gezin en het personeel. De zwenkpaal (“Reibsäule”) met koperen ketel werd ook gebruikt bij de kaasbereiding. De tentoongestelde voorwerpen zijn een keuze uit de toendertijd geb- ruikte gereedschappen: het driepotig rooster (treeft) boven het vuur, de gietijzeren kookpotten, houten schotels, koperen en ijzeren pan- nen, kook- en eetgerei, en andere gereedschappen voor in de keuken. Daarnaast de boterkarn, de reuzelpot, en een beschilderd watervat. Aan de houten palen onder het, door rook en roet zwart geworden plafond, de zogenaamde “Schnaisen”, werden na het slachten ham en spek op- gehangen om te roken. De bewoners waren kennelijk heel nieuwsgierig. Let eens op de drie ramen. Het middelste is hoger geplaatst zodat je niet alleen zittend, maar ook staand naar buiten kan kijken om te zien wie er langs komt. De ramen waren vooral bedoeld voor de lucht-verversing en oorspronkelijk kleiner dan een vierkante meter voor het gehele vertrek. Aanvankelijk zat er ook geen vensterglas in maar konden deze ramen door houten schu- ifluiken aan de buitenkant afgesloten worden. De kundigheid van de boerin was in belangrijke mate bepalend voor de ge- zondheid en de (betrekkelijke) welvaart van het gezin, maar ook of het perso- neel tevreden bleef. Het was haar kunst om met het weinige dat voorhanden was, toch goed en voedzaam te koken om zodoende de honger van de fysiek hard werkende mensen te stillen. Dit kwam zeker tot uiting bij het spaarzame gebruik van seizoensafhankelijke voedingsmiddelen, zeker in de jaargetijden 14
   11   12   13   14   15   16   17   18   19   20   21