Page 15 - Museumgids_NL
P. 15
Als “Marend”, de tussenmaaltijd rond 16.00 uur, stond magere melk en brood met boter op het menu – en in latere tijden ook de al eerder genoemde mout- koffie. Daarna, afhankelijk van veestapel en aantal knechten, was er rond 19.00 uur het avondeten. In de zomer “Knödel”, meelballen in alle denkbare variaties en in de winter aardappelen. De benodige calorieën werden verkregen door heel vet eten (boter, varkensvet). Tegen 20.00 uur was het tijd om te gaan slapen. De beschikbare tijd voor het gezamelijk samenzijn in de huiskamer was dus maar heel kort. De dagen verschilden maar weinig van elkaar. Alleen de zondag was door het kerkbezoek anders. Op zondag werd er ook geen “Togwerch”, geen dagtaak verricht. Alleen de noodzakelijkstec werkzaamheden werden gedaan. Naast de voordeur hangt het klokkentouw van de etens- en huisklok die op de nok van het dak staat en het volk op de weilanden en velden naar de maaltijden riep. Ook werd met deze klok, bij gevaar en brand, de bu- ren gewaarschuwd en zo om hulp geroepen. Door het koken op een open vuur en de verlichting met kaarsen (later petroleum) was er altijd brandgevaar. Brand was fataal voor het bestaan. De mogelijkheid om de brand in een houten huis te blussen waren zeer beperkt en zonder hulp van de buren vrijwel onmogelijk. Om tenminste de dieren tegen brand te beschermen werden tussen woongedeelte en stal stenen muren opgetrokken, in latere tijden is dit zelfs wettelijk voor- geschreven. Brandverzekeringen en ook andere vormen van schade- loos-stellingen kwamen pas veel later. De ruimte rechts naast de staldeur was de “Speisekammer”, waarin de etensvoorraden werden bewaard. Tijdens de rondgang wordt deze vaker genoemd. Nu is ze in gebruik voor de administratie van het museum en daarom geen onderdeel van de rondgang. 13