Page 35 - Museumgids_NL
P. 35
toegevoegd. “Dampfl” was een restje zuurdesem (Sauerteig), dat van de laatste broodbakdag was overgehouden.Vervolgens werd er aan het mengsel nog zout en eventueel kruiden (komijn, koriander, venkel) toegevoegd en in de trog tot een stevig deeg gekneed, het zuurdesem. (Sauerteig) Op een met meel bestrooide tafel moest het deeg dan rijzen. Hiervoor werd het afgedekt met een vochtige linnen doek om elke vorm van tocht langs het desem te voorkomen. Een uur later werd het zuurdesem nogmaals krachtig gekneed en werden de broden in de juiste vorm en grootte gemaakt voor het bakken. Dan nogmaals een uur weggelegd om weer te rijzen.Voor het bakken werd het, om een gladde korst te krijgen met een natte hand afgestreken en werden er met een vork “stupfen”, kleine gaatjes in gemaakt. Zodra de oven op de juiste baktemperatuur was werden de broden voorzichtig in de oven geschoven voor het bakken. In onze oven kunnen 12 tot 15 broden tegelijk gebakken worden. Een bisondere vorm van bakken was met kerstmis het “Zeltenbacken”. In het brootdeeg kwam dan nog extra gedroogte peren (Kletzen), rosijnen (Weinberln), haselnoten, kaneel, kruidnagels en Schnaps.Het geheel werd dan in dun brooddeeg gerolt en gebakken. Dit brood “Klotzenbrot” werd ook een liefdesgroet gebruikt, als meisjes het aan jongens gaven. 33